In het derde kwartaal van 2022 is 1,5 miljoen m2 aan asbestdaken gesaneerd. Ten opzichte van het derde kwartaal 2021 is er in het derde kwartaal van 2022 aanzienlijk meer gesaneerd. Het saneringstempo lijkt zich, na een dalende trend in de periode 2019-2021, weer wat te herstellen. Klik hier voor de volledige rapportage over het derde kwartaal.
In de Kamerbrief van december 2022 gaat de staatssecretaris van IenW ook in op de monitoring van het saneringstempo.
De staatssecretaris leidt uit de cijfers af dat na het verwerpen van het asbestdakenverbod door de Eerste Kamer en het beëindigen van de subsidieregeling sinds 2019 er een einde is gekomen aan de versnelling die nodig was voor een asbestdakenverbod in 2024. Sinds die tijd is sprake van een lager saneringstempo. Hiermee zal de asbestdakenopgave niet voor 2034 zijn gerealiseerd.
Aangekondigd wordt dat monitoring zal worden voortgezet om ook de komende jaren het saneringstempo van de sanering van asbestdaken te volgen.
De monitoring vindt plaats op basis van cijfers die worden verzameld door Rijkswaterstaat. Complementair aan het saneringstempo staat het areaal aan asbestdaken dat nog moet worden verwijderd.
Vanuit het programmabureau wordt deze resterende opgave bijgehouden aan de hand van data van overheden en vastgelegd op de landelijke asbestdakenkaart. Deze kaart is op dit moment gebaseerd op informatie van 288 gemeenten, 57 gemeenten hebben nog geen informatie aangeleverd maar dat aantal neemt gestaag af. In de landelijke asbestdakenkaart zitten momenteel dus nog witte vlekken en daarnaast is een deel van de aangeleverde data niet heel actueel. Om toch een redelijke schatting te kunnen maken van de resterende opgave is een rekenmodel ontwikkeld waarmee de beschikbare cijfers worden geëxtrapoleerd ter ondervanging van de witte vlekken en de niet actuele cijfers worden gecorrigeerd met behulp van cijfers over hoeveelheden verwijderde asbestdaken. Volgens dit rekenmodel resteert op dit moment naar schatting nog 80 miljoen m2 aan asbestdaken in Nederland.
Dit is meer dan de omvang van 74 miljoen m2 die eerder aan de Tweede Kamer is bericht (Kamerstuk 25834, nr. 187). Bij dit getal is ook een voorbehoud gemaakt vanwege de aanzienlijke onzekerheidsmarge. In de eerste plaats komt dat doordat het oorspronkelijke areaal gebaseerd op een nulmeting in 2012 waarvoor destijds een schatting is gemaakt. Onzekerheden in de totale gesaneerde oppervlakte die hiervan wordt afgetrokken, worden onder meer veroorzaakt doordat bijvoorbeeld saneringen door particulieren niet in het systeem worden bijgehouden, door een onzeker percentage van saneringen dat niet wordt gemeld en door onnauwkeurigheden in het gemelde oppervlak.
Daarmee kan de resterende asbestdakenopgave helaas niet nauwkeurig worden bepaald en kan deze momenteel beter worden uitgedrukt in een globale bandbreedte (70-80 miljoen m2). De nauwkeurigheid van de landelijke asbestdakenkaart zal de komende tijd toenemen naarmate de opgaven vanuit nog meer gemeenten volledig en actueel worden aangeleverd.